Theo van der Ploeg sr

Onze pap, wat een lieve man was dat
Nog geen 4 weken geleden vierden we pap’s 87e verjaardag. Wat een mooie dag was dat! Het ging toen al niet zo goed meer met pap. Hij was niet meer fit genoeg om familie en vrienden te ontvangen, wat hij jammer vond, maar als kinderen en kleinkinderen waren we met elkaar bij pap. We hebben allemaal genoten van elkaar en waren zo blij met pap en met elkaar. Zelfs Jeroen was er even bij, ook al is hij in Amerika. Via videobellen hebben ze gepraat en gelachen, en opa en de rest kregen Jeroen’s hele appartement te zien. Pap vond het geweldig dat Jeroen 1000-en kilometers verderop was en toch zo duidelijk te zien. Ook hij voelde heel dichtbij.
Afgelopen dagen hebben we veel mooie herinneringen over pap kunnen ophalen. Graag willen we deze met jullie delen, en ook op de foto’s zien jullie veel mooie momenten uit pap’s leven.
Pap werd geboren op 19 oktober 1935 op de Herenstraat 82 in Voorhout. Hij was de een na jongste van een gezin van 7 kinderen. Zoon van een ziekzoeker in de bollen. Zijn moeder is jong gestorven, dat was een groot gemis voor het gezin. Een deel van de zorg voor het gezin werd gedaan door een huishoudster.
Ze hadden het niet rijk. Pap’s vader had geiten, en pap vond die geweldig. Als hij op zijn praatstoel zat vertelde hij vaak hoe hij met zijn lievelingsgeitje, Tikkie, door het hele dorp liep. Ook vertelde hij over zijn schooltijd op de Antoniusschool. Daar zaten de zonen van de dokter en notaris vooraan. Pap, als zoon van een ziekzoeker, zat achter in de klas en kreeg er niet veel aandacht van de meester. Dat boeide hem ook niet zo. Hij maakte liever pret met zijn vrienden. In die tijd begon ook zijn ondernemerschap. Zo kocht hij een groep van wel 100 ondervoede konijnen en heeft die goed verzorgd. Heel veel knapten er weer op, en die kon pap met dikke winst verkopen. Hij mocht het allemaal zelf regelen van zijn ouders, en zo zat hij een keer achterin de schoolklas met zoveel geld te spelen dat de meester het niet vertrouwde. Hij ging met pap naar opa en oma om te vragen hoe dit zat. En zijn moeder vertelde doodnormaal dat dit geld vanwege zijn konijnen was. Goed gedaan, pap!
Na de basisschool moest hij als 14-jarige al gaan werken, in de bollen voor een baas. Dat was hard werken voor weinig geld. Het beviel hem maar matig. Op een gegeven moment lag er een stukje land vrij, waar hij zelf iets op mocht telen. Toen greep hij zijn kans en heeft hij een partij bollen geplant, en de oogst geveild. Daarmee verdiende hij een leuk bedrag. Dit succes smaakte naar meer, en het beviel pap heel goed om zelf te bepalen wat hij deed. Pap’s loopbaan als bollenkweker en eigen baas was geboren.
Natuurlijk bestond het leven uit meer dan werken. Pap ging graag uit, bij de Bonte Koe of naar Noordwijk of Leiden. Hij is lang vrijgezel geweest en maakte veel plezier. In die tijd heeft hij vast ook zijn dansbewegingen geleerd. Daar hebben ook wij de rest van zijn leven nog veel plezier van beleefd. We herinneren ons allemaal de feestjes waarop pap, als hij eenmaal lekker los was gekomen, wilde dansen met mam of met ons. Nummers als Buona Serra of Rock around the Clock waren zijn favorieten. Dan kon hij zo heerlijk lekker twistend uit zijn dak gaan.
Zo heeft hij in 1963 ook mam ontmoet, bij het dansen bij Evert Kastelein. Pap vond het gezellig bij mam en haar familie in de Engel, waar veel spelletjes werden gedaan. Alleen werd er in mam’s familie maar weinig bier gedronken, dat was wel jammer. Pap loste dit creatief op: hij ging patat halen voor de hele familie. Zo kon hij tijdens het wachten even een lekker biertje voor zichzelf nemen. Pap’s wilde jaren eindigden in 1965 toen hij na 2 jaar verkering trouwde met mam. Hij was toen 29 en mam met haar 21 jaar een stuk jonger. Ze gingen wonen aan de Gedempte gracht, dat is de oude naam voor de Jacoba van Beierenweg in Voorhout. Ze hadden het goed, en na een jaar kwam ik, na nog 3 jaar Sonja en toen Theo.
Als bollenkweker moest de oogst natuurlijk vervoerd worden. In het begin had pap hiervoor een bakfiets. Ik herinner me nog dat ik als kind soms mochten meerijden in de bak. Maar het bedrijf groeide, en de bakfiets werd te klein. Pap en mam namen rijles en kochten hun allereerste Volkswagenbus. Alleen was de bus er eerder dan pap’s rijbewijs. Dat was jammer, maar geen onoverkomelijk probleem vond hij. Rijden kon hij al en hij had de bus echt nodig voor zijn werk. Pap reed daarom gewoon rond zonder rijbewijs. Dat kon natuurlijk niet onopgemerkt blijven en na verloop van tijd werd hij tussen Voorhout en Noordwijkerhout opgewacht door de politie. Ze bekeurden hem dan, maar verbazingwekkend genoeg mocht hij daarna weer doorrijden. Dit alles niet één keer maar heel vaak. Pap heeft in een kat- en muisspel alle mogelijk routes naar Noordwijkerhout uitgeprobeerd om de politie te ontlopen. Uiteindelijk wachtten ze hem thuis op, want daar eindigden natuurlijk al zijn routes. Het heeft op mij als klein meisje grote indruk gemaakt dat de politie kwam en er gedoe was. Gelukkig: na 10 keer afrijden was pap geslaagd voor zijn rijbewijs.
Wat heel prettig was aan pap’s ondernemersbestaan waren de winters. De zaken gingen vele jaren zo goed dat pap in de winter niet hoefde te werken. Ik was toen nog een dreumes, en pap vond het heerlijk om met mij op de bank te zitten. Na de lunch gingen we lekker samen voor het raam zitten, en zwaaiden we o.a. naar oom Tinus en oom Karel die op weg naar hun baas langs fietsten. Wat zat pap dan te genieten! Achter het huis aan de Gedempte gracht hadden we een kasje, waar pap narcissen op kisten kweekte. Zo verdiende hij nog lekker bij vanuit zijn eigen huis: heerlijk! In jaren dat het minder lekker liep werkte hij bij in een schuur, zoals bij van Diest en Colijn.
Toen ik groter werd mocht ik mee naar het land om te helpen. Dat was altijd heel leuk. Vaak waren Sonja en later Theo en soms nog een neef of andere hulp er ook. We hielpen met gladiolen trekken: wij trokken de bloemen uit de grond en deden er 10 met de toppen bij elkaar op dezelfde hoogte. Dan gaven we ze aan pap, die met een groot mes de bollen eraf sneedt en een elastiek om de bos deed. Alle bossen werden in de looppaden gegooid, en als we een stuk gedaan hadden of het bijna schafttijd was gingen we de bossen ophalen. Wat kon pap er veel tegelijk op zijn sterke schouders nemen. Wij gaven er steeds meer aan, tot er echt niets meer bij kon. Dan leek het of er een enorme berg gladiolen door het pad liep. En met de schaft zaten we in pap’s Volkswagenbusje, pap met een andere kweker voorin en wij achterin zittend op omgedraaide bollenkratjes. Nog steeds herinnert de geur van boterhammen met kaas, koffie met melk uit de thermoskan, en de geur van shaggies me aan die knusse momenten van de schafttijd in de bus.
Toen ik 7 was verhuisden we naar een mooie nieuwe doorzonwoning in de Beukenrode. Dat was in 1974. Pap is altijd heel erg blij geweest met dit fijne huis, waar we allemaal met heel veel plezier hebben gewoond.
Pap was geen wereldreiziger. Voor hem was Voorhout en omgeving groot genoeg, daar was het goed met mam en ons en zijn familie en vrienden. Hij hoefde niet op reis en al helemaal niet naar het buitenland. We hadden superleuke uitstapjes in de buurt, naar het Leeuwenhorstbos in Noordwijkerhout, of naar het strand, waar pap de bal echt onwijs hoog kon schieten en we na afloop patat gingen eten op het vuurtorenplein. In de zomer maakten we ook uitstapjes met ooms en tantes en neven en nichten, naar Linneaushof en later naar Duinrell. En – heel leuk voor ons - vanwege pap’s werk mochten we op vakantie als de andere kinderen op school zaten. Hoogtepunt van het jaar was jarenlang ons weekje naar Ponypark Slagharen. Daar mochten we elke dag een pony ophalen die overdag bij het huisje bleef staan. Pap hielp ons er allemaal om de beurt op, en dan reden we een stukje. Ook mam wilde het proberen, en wat hebben we gelachen toen zij helemaal scheef, dubbel van het lachen door pap op die arme pony was gehesen die bijna door zijn hoeven zakte. Gelukkig voor de pony hadden we allemaal meer belangstelling voor het pretpark, en werd de pony na de eerste dagen niet eens meer opgehaald. De ritjes in achtbaan de Looping Star waren toch nog leuker.
Pap was altijd heel rustig en op zichzelf, maar genoot wel van een beetje reuring. Hij hield zich dan wat afzijdig, maar genoot ervan om te kijken naar wat er allemaal gebeurde. Hij vertelde graag over zijn tijd als nachtwaker bij de Kromming in Bloemendaal, een instituut voor moeilijk opvoedbare of criminele meiden. Daar gebeurde nog wel eens wat! Maar pap had een natuurlijk overwicht, en bracht rust in de tent als de vriendjes de meiden wilden komen ophalen. Sommige van de meisjes of begeleiders kwamen graag bij hem zitten zo in de nacht. Pap had wel eens het idee dat ze hem wilden verleiden, heel vleiend maar hij had mam dus wilde er niets van weten. Reuring was er ook met oud en nieuw bij Arie en mij in Delft op de galerijflat. Pap heeft de hele avond buiten over het hek van de galerij gehangen, want alle buren waren in de weer met een enorme brandstapel, vuurwerk, bier, en grote muziekboxen op het dak van de flat die er later door de ME weer afgehaald werden. Dat was andere koek dan het rustige Voorhout en dat vond hij geweldig.
Toen pap 57 jaar was is hij gestopt met zijn eigen bedrijf. Hij heeft nog wel veel klussen aangepakt, zoals tuinwerkzaamheden met oom Jaap en onze neef Patrick, of opruimwerk in de bouw. Hij vond het dan ook erg leuk om naar Amsterdam gestuurd te worden voor een klus, want daar was ook weer reuring, zoals pikant geklede dames en bewoners die elke dag een kratje bier haalden. Verder had hij toen tijd voor andere dingen. Hij kreeg een volkstuin, waar hij graag naar toe ging. Hij was er trots op hoeveel oogst hij van dit stukje grond kon halen, en dronk er graag koffie met andere Voorhouters. Ook werd hij vrijwilliger bij onze voetbalclub Foreholte. Daar draaide hij bardiensten, en deed tot onze verbazing ook de hele vroege opening. Opmerkelijk, want pap was niet bepaald een ochtendmens. Bij voorkeur begon pap zijn dag rond lunchtijd of nog iets later. Maar afspraak is afspraak en als hij dienst had was dat geen enkel probleem. Je kon op hem bouwen. En als goed ondernemer kon hij razendsnel uit zijn hoofd de prijzen van de bestelde drankjes, koeken en chips bij elkaar optellen. Eigenlijk vond hij de digitale kassa die later werd ingevoerd alleen maar lastig.
Pap was op en top opa!
Wat was hij gelukkig toen de kleinkinderen werden geboren. Sandra kwam elke zomer graag logeren, en Irene, Maarten en Jeroen vonden een tweede thuis bij opa en oma, die elke dinsdag oppasten en bij wie Arie en ik dan na ons werk ook nog mochten aanschuiven om te eten. En Linda vertelde op de vraag over haar herinneringen dat ze dan direct dacht aan de dagjes Slagharen die opa en oma jaarlijks maakten met alle kleinkinderen. Wat was pap altijd geduldig, lief en rustig met de kinderen. Zo wilde bijvoorbeeld Jeroen niet uit de fles drinken toen ik weer ging werken na mijn zwangerschapsverlof. Geen probleem voor pap, hij heeft met een engelengeduld theelepeltjes melk in dat kleine mondje gedruppeld. En de tomatensoep van opa Theo is beroemd bij vele kinderen van de Achtbaan, omdat tijdens menig verjaardagspartijtje de spannende speurtocht door de wijk even werd onderbroken voor een kom soep aan de grote tafel bij opa en oma.
Op pap en mam kon je altijd een beroep doen: ze stonden klaar voor iedereen die hulp kan gebruiken. We zijn heel blij dat ons gezin in de jaren tachtig werd uitgebreid met een grote broer, onze Jan. En ook hebben ze heel goed gezorgd voor tante Wil, die vaak kwam eten en na operaties soms ook kwam logeren. Mijn opa, vader Theo, was er ook een avond per week. En wat kregen we er veel gezelligheid voor terug van deze lieve mensen.
Pap heeft ook heel goed gezorgd voor mam in de periode voorafgaand aan haar overlijden in 2010. Dat was ongetwijfeld een zware belasting op zijn tijd, maar pap hielp mam met een vanzelfsprekendheid en grote liefde en zorgzaamheid, en hield de moeilijke momenten voor zichzelf. Ook in de jaren na mams overlijden lukte het pap om ondanks ons grote gemis opgeruimd te blijven, en in zijn eentje overal voor te zorgen als we weer kwamen eten. Onze dinsdagen bleven warm en gezellig dankzij die lieve pap, en ook Sonja en Theo kwamen erbij als we gingen eten.
Pap heeft na mam’s overlijden gelukkig nog goede jaren gehad. Wel kreeg hij na verloop van tijd last van hartfalen, en heeft hij lange dagen in het ziekenhuis moeten wachten op het plaatsen van stents in zijn hart. Wat vond hij dat verschrikkelijk, hij was zo graag thuis. Gelukkig is het daarna weer jaren behoorlijk goed gegaan. Echt vervelend werd het pas voor pap toen hij een blaaskatheter kreeg die veel pijn veroorzaakte. Hij kon niet zitten, liggen of staan zonder pijn, en sliep daardoor nauwelijks. Hij heeft dit maandenlang volgehouden, maar een maand geleden was de maat vol, en werd de pijnstilling sterk opgevoerd. Dit hielp tegen de scherpste pijn maar het ontnam hem zijn kracht, zelfstandigheid en onafhankelijkheid: allemaal erg belangrijke waarden voor pap. Zo moeten leven vond hij niet fijn. Hij was tevreden met het prachtige leven dat hij 87 jaar heeft geleefd. Maar nu was hij op, het ging niet meer. Hij was klaar om te sterven, en we moesten onszelf maar troosten door te denken dat hij dan geen pijn meer had. Hij is gestorven in zijn eigen vertrouwde omgeving. Daarom hebben wij er vrede mee dat hij nu is overleden, ook al zullen we hem verschrikkelijk missen. Pap was geweldig, zijn leven was prachtig, en het is goed zo!
Het stukje van Sonja,
Lieve pap,
Wat heb ik een boel mooie herinneringen aan je. Ik weet niet waar ik moet beginnen.
Dus ik ga maar gewoon van de hak op de tak. Volledig zal het nooit worden.
Toen we pas op de Beukenrode woonden, sliepen Kitty en ik op dezelfde kamer. Je bracht ons dan heel vaak naar bed. Je las ons nooit voor. Nee, want je had een eindeloos grote fantasie. Op het land woonde Kabouter Perenboom, in een heel klein huisje in het bos daar. Hij had een vrouwtje, vrouwtje kabouter Peerenboom en er waren ook olifanten in dat bos.
Spelletjes; daar zijn we mee opgegroeid. In het begin liet je ons vast weleens winnen, maar we hebben ook geleerd tegen ons verlies te kunnen. We begonnen met memory, mens erger je niet, monopoly en Theo heb je ook schaken geleerd. Maar altijd kwam het kaarten tussendoor. In je kast liggen nog kaarten van 1977. Jan had ze meegenomen. 3 spellen, die meteen omgedoopt werden tot jokerkaarten. Er moest soms ook gegokt worden, met name als we logees hadden. Banken deden we dan. Je kon 4x je inzet winnen. Toen we eenmaal konden hartenjagen, leerden we al snel klaverjassen. Jammer dat je daar altijd 4 mensen voor nodig had. Maar tante Wil kwam vaak langs en mam was er natuurlijk dus we kwamen altijd wel aan 4 personen.
De laatste jaren klaverjasten we alleen nog samen bij Foreholte, met de marathon klaverjasdagen. Supergezellig en ontzettend leuk om dat samen te mogen doen.
Je kwam ook veel bij ons kijken als ik handbalde en Theo, Maarten of Jeroen voetbalden. Superleuk en je was altijd trots. Je plaagde me altijd dat je op de tribune Kampioentje zou gaan schreeuwen. Ook toen ik eenmaal in Rotterdam handbalden probeerden jullie nog te komen kijken. Zelfs een keer ’s avonds laat, toen ik moest spelen omdat er 24 uur achter elkaar werd gehandbald.
Vanaf toen ik niet meer in Sinterklaas geloofde, ik was dus een jaar of 8, gingen jij en ik altijd samen voor iedereen een cadeautje kopen in Leiden. We zochten ze samen uit en jij gaf mij altijd je portemonnee en liet mij betalen. Voor mam wilde je dan altijd een tegeltje met een spreuk kopen, maar zo klein als ik toen was, hield ik je meestal tegen. Daar had ze toch niks aan. Maar wat moet jij een lol gehad hebben om met zo’n klein meisje zo’n discussie te hebben.
Na Sinterklaas kwam dan kerst. Niet te geloven dat jullie het altijd goed hebben gevonden dat we heel de tafel vol zetten met kaarsen en er dan met luciferhoutjes een vuur van gingen maken. In die tijd werd er heel wat behangen en geverfd na de kerst.
Kerst is altijd een familiefeest geweest. Maar mam was geen chefkok. Toen we dus op onszelf woonden kookten Arie en Paul om de beurt bij hun thuis. Ook toen mam er niet meer was, ging dat gewoon door. Ieder jaar nam je cadeautjes voor ons mee. Zelf geregeld, een doos vol. Maar het hoogtepunt was toch wel het oudejaarsstaatslot dat we als familie kregen. Je had een hele verdeelsleutel over hoe die miljoenen verdeeld moesten worden tussen de kinderen en kleinkinderen.
De laatste jaren hoefde Paul niet meer te koken en namen Irene en Theo dit over, want jij wilde niet meer ver weg uit Voorhout. Je wilde je eigen eindtijd bepalen.
Sowieso ging je niet graag ver weg. De keren dat jullie samen op vakantie zijn geweest zijn op 1 hand te tellen. Wel gingen we vroeger altijd een weekje naar Slagharen.
De auto volgepakt met huisraad en boodschappen. Maar wat waren dat leuke weekjes. Soms gingen vriendjes of vriendinnetjes mee of kwam tante Wil langs. Overdag in dat park en na sluitingstijd spelletjes doen in het huisje. Maar niet voordat we eerst met alle kinderen uit de buurt gingen voetballen. Wat was ik altijd trots dat mijn vader lekker meedeed. Je kon de bal ook heel hoog schoppen. Dat deed je altijd op het strand of als we in Leeuwenhorst waren of op het weilandje in de buurt toen daar nog geen huizen stonden.
Als je dan toch ver weg ging, ging je nooit zonder mam en reed zij altijd. Behalve die ene keer, toen Paul zijn afstudeerfeest had in Rotterdam waar we toen woonden. Het zou een groot feest worden met een echte tap, door Theo bediend en alle vrienden van Paul zouden komen en mensen uit de kroeg. Dit wilde jij ook wel meemaken. Maar het was niks voor mam. Je kwam dus met de trein en bestelde op het station een taxi voor de laatste kilometers. En dan lekker dansen op die feestjes, liefst rock&roll.
Je was altijd een goede baas. We hielpen je regelmatig mee op het land. Theo ging dan ook mee. Hij was volgens jou nog veel te klein om te helpen, dus hij mocht vissen in de vaart of vuurtje stoken op het land. Daar was hij dan niet te klein voor. Ik had niet altijd zin om mee te gaan. Op een gegeven moment moest je plastic leggen over de bedden met gladiolenbollen. Maar het waaide heel hard. Dat kon je dus niet alleen doen. Mijn taak zou zijn op dat plastic blijven staan zodat het niet wegwaaide. Een makkelijke manier om zakgeld te verdienen. Omdat het moest ging ik mee, maar ik had bedongen dat het maar een halve dag zou zijn. Het was echter nog niet klaar. Ik hield voet bij stuk dus uiteindelijk bood je me 100% opslag. Welke baas geeft dat na een halve werkdag. Een paar maanden later hielpen we dan, als het druk was, met gladiolen trekken. Soms knakten we weleens een gladiool. Je zei dan altijd dat het van ons salaris af ging. En het liefst hadden we dan dat dat met 50 cent tegelijk ging, dan brachten de bloemen lekker veel op op de veiling. En dat is leuker werken.
Sinds Kitty en Arie in Voorhout woonden en kinderen hadden aten zij en Theo elke dinsdag bij jullie. De laatste 12 jaar ben ik ook aangeschoven. Wat een fijne dinsdagavonden waren dat. Je was er heel de dag druk mee. Aardappelen schillen, stamppot maken, met spekkies en uien erin. En vergeet de tomatensoep niet. De tafel was al gedekt als we kwamen en je verzorgde ons tot aan de fruitschaal op tafel toe. Wij hoefden alleen af te wassen. We kletsten wat af met z’n allen. En vooral als we aan het mopperen waren over alles wat ons dwars zat, bood jij alleen maar een luisterend oor. Na een kwartiertje zei je dan: “Zo, nu is het weer genoeg en kunnen jullie er weer een week tegenaan”
Je hebt me ook verrast. Mam was altijd van de kaartjes en briefjes schrijven. Maar jij nam die rol heel goed over. Ik koester al je briefjes en kaartjes. Zelfs op de kerstkaarten schreef je hele verhalen.
Mam kocht altijd je kleren. Die mocht je dan thuis passen en ze ruilde ze heel geduldig om als het niet goed was. Toen zij er niet meer was moest dat anders. Je moest met me mee naar de C&A om ter plekke te passen. Wat had jij het dan niet naar je zin. Al dat gedoe. Ik denk dat we dat 1 keer hebben gedaan en toen wist ik wel zo’n beetje welke maten je had dus mocht je weer thuisblijven. Alleen voor het pak dat je droeg op de trouwdag van Sandra en Ricardo heb ik je nog meegenomen naar Den Haag.
Lieve pap, Jij hebt samen met mama ons gemaakt wie we zijn. Dat hebben jullie goed gedaan al zeg ik het zelf. Van mam hebben we meegekregen dat het leuker is om te geven dan om te krijgen. Dat je tevreden kunt zijn met wat je hebt. Ook jij was snel tevreden. Als je lekker warm voor de televisie kon zitten of een sigaretje rookte in de keuken. Van jullie allebei hebben we meegekregen dat eerlijkheid het langst duurt. Ik vergeet nooit dat ik eens te veel geld terug had gekregen bij de handbal omdat ze dachten dat ik met een rijksdaalder had betaald in plaats van met een gulden. Ik weet niet meer van wie, maar een van jullie beiden zei dat ik terug moest om die 1,50 terug te geven.
Onrecht, dat is iets waar jullie niet tegen kunnen. Als je beschuldigd wordt van iets waarvan je je geen kwaad bewust bent. Dan doet dat heel veel pijn. En dat herken ik. Naarmate je ouder wordt, word je eigenwijzer. En ook ik ben niet zo goed in het accepteren van een andere mening als ik die niet deel. Je liefde voor ons heb ik altijd gevoeld. Ik vergeet nooit hoe je met je ruwe werkhanden mijn onderbenen wreef als ik groeipijn had. En toen ik een gat in mijn broek gevallen was, vroeg je alleen hoe het met mijn knie was. Ons alleen op vakantie laten gaan terwijl je je daar veel zorgen over maakte, en ons daar niets van liet merken getuigt ook van veel liefde. Dat ik in de grote stad ging wonen vond je volgens mij ook maar niets, maar ook dat heb je nooit laten merken. Toen mam ziek werd heb je haar onwijs goed verzorgd. Jullie zullen vast veel verdriet gehad hebben, en je veel zorgen gemaakt hebben. Daar hebben jullie ons niks van laten merken. Tot op de dag van vandaag was het altijd fijn thuiskomen in Voorhout. Ik weet dat we je moeten loslaten en ik gun je ook een einde aan de pijn. Maar ik zal je zo missen.
Dit heeft Foreholte op de site geplaatst.
Afgelopen donderdag 10 november 2022 is Theo van der Ploeg op 87-jarige leeftijd overleden.
Theo kennen we natuurlijk als oud actief voetballer. Zoals gebruikelijk binnen VV Foreholte stond Theo later als voetbalvader langs de lijn. De meeste van ons kennen Theo uiteraard als barmedewerker op de zaterdagen en zondagochtend waar hij de vroege bezoekers voorzag van een bakkie en menig ‘ontbijt’.
Bij Theo passende kernwoorden zijn bescheiden, vriendelijk en behulpzaam. Theo trad liever niet op de voorgrond en verrichtte zijn bardiensten rustig en liefdevol. Theo (sr) heeft deze diensten vele jaren gedaan totdat het echt niet meer ging. De opvolging was al reeds geregeld want zijn zoon Theo (jr) zien we ook regelmatig achter de bar staan. Naast de donderdag, zaterdag en zondag vonden we Theo ook altijd achter de bar als de goedheiligman Foreholte bezocht en was hij altijd aanwezig op onze nieuwjaarsreceptie. Theo liet zijn bril bij Foreholte liggen zodat hij deze niet kon vergeten vanaf huis danwel vanaf Foreholte, zo had hij altijd het vizier op scherp en greep hij nooit mis. Samen met zijn vrouw Joke waren zij de uitvinders en de ontwerpers van de geldzakjes welke we gebruiken binnen de kantine.
Maar niet altijd stond Theo direct paraat achter de bar, want dan zocht hij wat ontspanning in de keuken, en inspecteerde hij via de geiser de afzuigkap. Na enkele ogenblikken stond hij er weer en vroeg dan “stond je er al lang?” om vervolgens door te gaan met “nou wat mag het zijn?”. Een warmer welkom konden we ons niet indenken.
Onze gedachten gaan uit naar Theo(dorus) van der Ploeg en natuurlijk naar zijn kinderen Kitty en Arie, Sonja en Paul, Theo en Irene en Jan en Marion en kleinkinderen.
Bij de eerstkomende weken in de kantine gaan we het zeker hebben over ‘het loopje van Theo via de geiser naar de afzuigkap en weer terug’. En denken we terug aan die talloze keren dat we Theo herinnerde aan hoe het met de tosti ging die lag te garen in het apparaat. “Oh ja verrek”. Theo gewoon een hele lieve en behulpzame man. ‘Het is goed zo’.
Maak jouw eigen website met JouwWeb